We zijn naar het stadje Noto gereden, dat was ongeveer 2 uur rijden. We wilden in Noto een filmlocatie bezoeken en even een paar foto’s maken bij de trappen van de dom van het stadje. Het was inmiddels snikheet geworden, de temperatuur was voor het eerst deze reis de 40 graden voorbij gegaan. Lopend door een van de hoofdstraten richting de Duomo van Nota zagen we in zijstraten kleurrijk beschilderde trappen. In het voorjaar is er in Noto een bloemenfestival, genaamd Infiorata, en dan worden er ook een aantal trappen beschilderd. De kunstenaar hierachter is de Siciliaan Carlo Coniglia uit Syracuse. Thema van 2025 is Vrede wordt Kunst. Ze doen dit al jaren. Volgend jaar zullen er nieuwe afbeeldingen op de trappen staan.
We hadden voor een filmlocatie plaatjes van een kerk met daarvoor een grote trap. We dachten even dat dit de trap bij de Duomo was, maar het bleek toch om een andere kerk te gaan. 
Onderweg naar die andere kerk kwamen we langs een muurschildering met als titel Flora, Fauna & Cemento. De titel verwijst naar een tentoonstelling van een paar jaar geleden in het plaatselijke museum.
De kerk van de filmlocatie lag een klein stukje verderop, de Chiesa di San Francesco d'Assisi all'Immacolata. Op de tweede foto staat een deel van het pleintje bij de kerk.
Terwijl we terugliepen naar de auto zagen we de Porta Reale o Ferdinandea. De triomfboog is in de 19e eeuw gebouwd als eerbetoon voor koning Ferdinand II die Noto bezocht. Op de top van de boog staat een beeld van een pelikaan. De pelikaan staat symbool voor opoffering aan de koning en het vaderland.
Als afscheid nog een laatste stukje beschilderde trap.








 
 
Geen opmerkingen:
Een reactie posten